Opbloeien
Ik begeleid regelmatig kinderen met faalangst. Dit voorbeeld gaat over Marleen, een meisje van 9.
Intake
Tijdens de intake vertelde haar moeder dat Marleen vooral op school last had van faalangst. Ze vertoonde ‘terugtrek-gedrag’ en zonderde zich af van andere kinderen op school. Ook durfde ze de leerkracht geen vragen te stellen als ze iets niet begreep en raakte ze achter met de lesstof. Hierdoor presteerde ze slechter op school, wat haar faalangst weer vergrootte.
Begeleiding
- In dit voorbeeld is de begeleiding opgesplitst in ouderbegeleiding, kinderbegeleiding en begeleiding van de school.
- Bij behandelingen kijk ik niet naar wat mensen niet (meer) kunnen, maar juist naar wat ze wel kunnen. Maarleen is goed in gym en kan heel hard lopen. Ook knutselen en tekenen doet ze graag. Deze activiteiten gaven haar het gevoel dat ze goed was, hier werd ze blij van. Ik gebruikte deze positieve gevoelservaringen in een rollenspel en bij tekenopdrachten om haar nieuw gedrag te leren.
- Met aandachtgerichte oefeningen mindfulness voor kinderen en ontspanningsoefeningen heb ik het lichaamsbewustzijn van Marleen versterkt. Ze kon zich hierdoor beter ontspannen en voelde zich lichamelijk sterker. Dat verminderde de spanning en het werd gemakkelijker het nieuw geleerde gedrag te integreren op school.
- Bij kinderen met faalangst is ouderbegeleiding erg belangrijk. In gesprekken met ouders stem ik af hoe een kind thuis begeleid kan worden. Daarbij beantwoord ik vragen van ouders, geef ik informatie over faalangst en laat ik zien hoe je hiermee kunt omgaan. Ook heb ik gekeken welke invloed de gezinsstructuur en interacties tussen gezinsleden hebben op gedrag van Marleen.
- Ten slotte heb ik de school van Marleen benaderd om de begeleiding verder af te stemmen, zodat Marleen zich ook in de klas en op school gesteund voelde.
Resultaat
Na verloop van tijd hebben de ouders van Marleen haar zien opbloeien. Ze veranderde van een verlegen teruggetrokken meisje in iemand die zowel thuis als op school zelf naar buiten treedt. Op school speelt ze weer met andere kinderen en stelt vragen aan de leerkracht. Haar schoolresultaten zijn langzaam vooruit gegaan, waardoor haar zelfvertrouwen verder groeit.
Ook de ouderbegeleiding vonden de ouders positief en opbouwend. Ze gaven aan nieuwe inzichten en bruikbare tips te hebben gekregen, waarmee ze weer verder kunnen.